top of page

Binnen een infanterie compagnie zijn verschillende officieren en onderofficieren.

 

De kapitein is de hoogste in rang en was vaak van adel of kwam van de rijke burgerij. Hij is te herkennen aan zijn rijkelijke kleding, uitrusting en sjerp. Als wapen draagt hij een partizaan.

​

De luitenant is de 2de in rang en is de vervangende bevelhebber als de kapitein er niet is. Ook hij is van adel of rijke burgerij en draagt eveneens een partizaan en sjerp.

​

De vaandrig draagt het vaandel van de eenheid. Hij is dus verantwoordelijk voor de eer van de compagnie en beschermt het vaandel met zijn leven. De vaandrig is vaak een jongeman van goede komaf die aspireert om kapitein of luitenant te worden. Als vaandrig leert hij hoe het is om bevel te voeren over een eenheid en kan hij het militaire leven ervaren. 

​

De sergeanten sturen de soldaten rechtstreeks aan. Ze zijn verantwoordelijk voor de discipline van de manschappen. Als de soldaten de bevelen niet goed uitvoeren zullen de sergeanten ingrijpen en met harde hand straffen. Ook controleren ze of de uitrusting van de manschappen in orde is. Ze krijgen meer betaald dan de soldaten zelf maar zijn vaak van gewone komaf. Je kunt ze herkennen aan hun hellebaard en sjerp.

​

De rotmeesters zijn een soort korporaal in de eenheid. Ze staan mee in de gelederen en zijn de rechterhand van de sergeanten. Ze zorgen ervoor dat de bevelen van de sergeanten door iedereen gehoord worden en dat ze ook goed worden uitgevoerd. Vaak is de rotmeester de meest ervaren soldaat in zijn blok. Ze dragen geen sjerpen of onderscheidingen en maakten gewoon deel uit van de manschappen.

​

Binnen onze vereniging is de sergeant de hoogste in rang. (ondanks dat de vaandrig historisch gezien boven hem stond).

​

SK-A-155_edited.jpg

Spiesdraeger en een sergeant

NG-1157.jpg

Partizaan

NG-NM-10885_edited.jpg

Hellebaard

bottom of page